Een van de eerste bands waar ik “fan” van was en waar ik nu nog steeds veel naar luister, is L7. Ze zijn een van de coolste bands uit m’n muziekcollectie, en zeker ook een van de coolste bands ooit. Hun muziek – geniale gitaarsolo’s, rauwe riffs, donderende drums, stoere lyrics en kick-ass zang – heeft me enorm geïnspireerd om zelf ook gitaar te spelen. L7 maakte liedjes waar andere (mannelijke) metal/punk/hardrock/grunge bands alleen maar van konden dromen en hun coolheidsgehalte en podiumpresence[1] is een 1000-voud van de meeste van zulke bands, alleen hebben ze nooit dezelfde erkenning gekregen. En rara, hoe zou dat komen?[2] Langs de andere kant is dat gebrek aan mainstream populariteit misschien ook een voordeel geweest, want ze hebben zo alles op hun eigen DIY manier kunnen doen zonder al te veel muziekindustrie bemoeienissen.
L7 werd in 1985 in Los Angeles opgericht. De naam “L7” staat voor “square” (vierkant), de vorm die je met je vingers maakt als je er een L en een 7 mee vormt. De band bestond uit:
- Donita Sparks: gitariste-zangeres

- Suzi Gardner: gitariste-zangeres
- Dee Plakas: drumster sinds hun tweede CD
- Jennifer Finch: bassiste-zangeres, speelde eerst samen met Kat Bjelland (Babes In Toyland, Katastrophy Wife) en Courtney Love (Hole) in Sugar Baby Doll. Ze is later vervangen door Gail Greenwood (ex-Belly) die daarna werd opgevolgd door Janis Tanaka.
Momenteel is L7 niet meer actief, maar Donita Sparks en Dee Plakas spelen wel nog samen in Donita Sparks + The Stellar Moments en Jennifer Finch heeft The Shocker opgericht. Ik heb L7 gelukkig nog zien optreden voor ze gestopt zijn, namelijk in een zaaltje in Mechelen ongeveer 10 jaar geleden, toen ze tourden om hun laatste CD Slap Happy te promoten.
Continue reading “feministische muziek deel 5: L7” →