Zelf ben ik (nog) geen moeder, noch carrièrevrouw. En toch ben ik enorm gefrustreerd door de discussies en conflicten hierover. Frustratie, dat leidt wel eens tot feministische mijmeringen… Wat zit me precies dwars? Ik ga twee teksten kritisch bekijken en tegen elkaar afzetten, in de hoop dat het een betere synthese oplevert en argumenteren dat de keuze tussen moederschap of carrière een valse tegenstelling is of toch zou moeten zijn.

Onlangs verscheen er een interview met de Franse schrijfster Elisabeth Badinter in De Standaard. Er verscheen ook een reactie hierop van Bieke Purnelle van La Leche League (LLL, een internationale organisatie die borstvoeding promoot en ondersteunt). Ik had ook andere teksten kunnen kiezen [1], maar deze bevatten tal van elementen die je regelmatig hoort opduiken in het debat.

Elisabeth Badinter, die in Frankrijk veel stof heeft doen opwaaien met o.a. haar boek “De mythe van de moederliefde” waarschuwt voor een nieuwe reactionaire wind, een stroming die ervoor wil zorgen dat vrouwen terugkomen op hun “natuurlijke plaats”: thuis en zogend. Volgens haar heeft er een stille revolutie plaatsgevonden waardoor moeders steeds meer wordt aangeraden om thuis te blijven en de perfecte moeder te zijn, er altijd te zijn voor hun kind en zichzelf op de tweede plaats te zetten. Het kind primeert, de vrouw is daaraan ondergeschikt.

Bieke Purnelle van de LLL argumenteert op haar blog dat Badinter een anti-moeder carrièrefeministe is, zoals de Nederlandse Heleen Mees. Vrouwen mógen niet thuisblijven van feministes, is haar idee. Ze argumenteert dat Noorwegen bijvoorbeeld een heel geëmancipeerd land is waar vrouwen minstens een jaar bevallingsverlof krijgen en massaal uit vrije wil borstvoeding geven. 99% van de moeders daar geeft borstvoeding, een cijfer dat Badinter dan net omgekeerd interpreteert, zij stelt dat dat getal zo ongelofelijk hoog is dat dat wel moet komen door sociale druk en overheidsinitiatieven.

Goede punten uit beide visies

Het lijkt me niet meer dan logisch dat vrouwen moeten kunnen kiezen om te gaan werken, kinderen te krijgen of beide te combineren. Mensen die moeders culpabiliseren zitten verkeerd, mensen die vrouwen verplicht thuis willen houden ook.

Badinter waarschuwt voor een stroming waar ik ook nogal wat angst voor heb gezien ik ze zeer antifeministisch vind, die nieuwe naturalistische ideologie is er wel degelijk: je ziet overal dezelfde oude clichés over de essentiële man-vrouw verschillen opduiken net zoals een irritante masculinistische (“mannen moeten terug echte mannen worden”) beweging waar ik het binnenkort nog over ga hebben (update: zie de nieuwe tekst over masculinisme).

Purnelle heeft eveneens een belangrijk punt. Niet dat ik geloof dat feministes per definitie anti-moeder zijn, maar ik kan me voorstellen dat een heleboel van de retoriek van sommige meer bekende feministes eerder de toer opgaat van “ga eens carrière maken en stop de kinderen bij de kinderoppas”. De feministische beweging kiest helaas niet helemaal zelf de mensen die in de media verschijnen. Degenen die dan wel gepubliceerd worden zijn nogal vaak van een kaliber dat eerder overeenkomt met de hedendaagse kapitalistische en patriarchale wereld – carrièrevrouwen en “female chauvinist pigs”. Feminisme faalt als het er niet in slaagt moeders zich welkom te laten voelen in de beweging.

Problemen met carrièrefeminisme

Ik heb grote problemen met de visie dat vrouwen “gewoon, net als mannen” carrière moeten maken en zichzelf opwerken in grote bedrijven en het glazen plafond platmarcheren in een stijlvol pakje en op hoge hakken.

Ten eerste komt deze vorm van nepfeminisme er meestal op neer dat, als vrouwen voltijds gaan werken, ze de zorg voor de kinderen overlaten aan een economisch lagere klasse van vrouwen die in kindercrèches werken. Het probleem is hier duidelijk: een aantal vrouwen uit de hogere klassen kan zorgtaken afschuiven op vrouwen uit “lagere klassen”, daar is niets feministisch aan en het verandert ook niet de organisatie van zorg in de samenleving, wat wel een feministische manier van aanpakken zou zijn.

Ten tweede is er nog de vraag wie er precies bij wint als vrouwen bankdirecteurs of watdanook worden. Ik geloof eigenlijk niet dat vrouwen als groep daar beter van worden: mensen die dergelijke jobs nastreven schakelen zichzelf in in een vreselijke kapitalistische machine. Ik geloof niet dat we ons kunnen bevrijden op deze manier. Kapitalisme is per definitie een systeem met een paar mensen bovenaan en heel veel mensen onderaan, en of daar boven nu een paar vrouwen staan of niet verandert niet veel aan de kapitalistische uitbuiting, noch aan het seksisme dat de hele groep van vrouwen onderdrukt. Waarmee ik absoluut niet wil pleiten tegen vrouwen die gaan werken, ik zie als feministe natuurlijk liefst een ongeveer gelijke genderverhouding bij alle jobs. Maar als linkse feministe ben ik kritisch tegenover het kapitalisme, dat systeem moet ook aangepakt worden.

Ten derde is het volgens verschillende visies dan vaak zo dat vrouwen die zich opwerken op een bepaalde manier zich “als mannen” gaan gedragen. Ze worden female chauvinist pigs, om nog maar eens te verwijzen naar de titel van Ariel Levy’s boek.

Ten vierde, hoewel die vrouwen zich als mannen gaan gedragen in de hoop te ontsnappen aan de ergste vormen van onderdrukking en in de hoop wat te kunnen mee profiteren van de privileges van mannen in deze maatschappij, blijven ook zij seksisme ondervinden. Ook vrouwen in de hoogste regionen, bedrijfsleidsters, presidentskandidates, waar dan ook, worden genadeloos afgerekend op hun gedrag, dat altijd verkeerd is; te vrouwelijk (inclusief met commentaar op verkeerde kledingkeuzes of gewicht, een vorm van kritiek die mannen nooit te verduren krijgen), of juist te mannelijk (het beeld van Hillary Clinton als ballenbreekster).

Liberaal feminisme dat probeert veranderingen te verwezenlijken voor  enkele individuele vrouwen binnen dit systeem, kan geen werkelijke oplossing bieden voor onderdrukking en is vaak een feitelijke pervertering van werkelijk feministische eisen [2].

Problemen met de blijf-maar-thuis-moeder visie

Er is wel een reden waarom feministes vrouwen aanmoedigen om te gaan werken: het is nu eenmaal een feit dat mensen die buitenshuis gaan werken meer macht, netwerken, aanzien opbouwen dan mensen die thuisblijven, om nog maar te zwijgen over financiële onafhankelijkheid. Het zijn de mensen die werken die de politieke en rechterlijke beslissingen nemen, de legers besturen, ministertje spelen,  banken besturen en kranten vullen, niet de mensen die thuiszitten. En als de mensen buitenshuis voornamelijk mannen zijn en de mensen thuis voornamelijk vrouwen dan is dat hoe dan ook deel van een patroon van seksisme, wat vrouwen ondergeschikt houdt.

Dus, vrouwen moeten thuis kunnen blijven maar teveel vrouwen thuis en mannen buiten houdt onderdrukking in stand. Er is daar iets dat conflicteert. En volgens mij kan dat binnen dit systeem niet opgelost worden, en het is daarom dat daar de valse tegenstelling van moederschap of carrière uit voortvloeit. En het is ook daarom dat groepen zoals bijvoorbeeld het Vrouwen Overleg Komitee pleiten voor arbeidsduurvermindering en verplicht vaderschapsverlof, in een poging om structurele verandering te brengen in de manier waarop werk en zorg georganiseerd zijn en de genderverhoudingen binnen beide wat beter te maken.

Want de man wordt wel eens uit het plaatje gehouden. Sommige vrouwen krijgen de beschuldiging dat ze thuisblijven, andere dat ze juist te snel weer gaan werken en slechte moeders zijn. Daar is een naam voor, het is een vorm van seksisme die we de double bind noemen: damned if you do, damned if you don’t [3]. Wat je ook doet als vrouw, je kan niet winnen, je doet altijd wel iets verkeerd en het is jouw schuld. Analoog met bijvoorbeeld op het gebied van seks de preutse-seut of slet hokjes: je bent verkeerd, wat je ook doet. We zouden ook eens naar de mannen kunnen kijken: zorgen die mannen evenveel voor de kinderen, zo nee, waarom dan, zijn zij dan niet schuldig aan iets? En hoe slecht zit onze maatschappij eigenlijk ineen dat je zou moeten kiezen – wat in de praktijk wel vaak zo is – tussen werken en kinderen?

Het is helaas ook een realiteit dat veel moeders in een sociaal isolement geraken, en dat alleenstaande moeder zijn vaak een eenrichtingsticketje richting armoede betekent. Alleenstaande moeders zijn ook nog eens een groep die vaker dan gemiddeld last heeft van depressiviteit.

Terzijde, wat niet uitgebreid in bovenstaande teksten verschijnt maar wel soms terugkomt in het debat: het is duidelijk dat er een heleboel problemen zijn in deze maatschappij i.v.m. bijvoorbeeld de combinatie van werk en moederschap. Maar sommige mensen steken de schuld daarvan op feministes. De dubbele dagtaak bijvoorbeeld krijgen feministes op hun bord: het is plots onze schuld dat vrouwen nu én moeten gaan werken én ook nog eens voor kinderen en huishouden moeten zorgen. Dit is een vreselijke omkering van de werkelijke gang van zaken, waarbij feministes er slechts gedeeltelijk in slagen enkele eisen te laten verwezenlijken, maar waarbij een heleboel eisen geblokkeerd worden door seksistische krachten. Er is nog veel werk aan de winkel.

Poging tot iets beters

Er is geen inherente tegenstelling tussen werken en kinderen. Die tegenstelling is helaas wel gedeeltelijk realiteit in onze samenleving, die helemaal verkeerd georganiseerd is en een combinatie tussen beide zwaar bemoeilijkt.

Een structureel probleem kan niet door individuen alleen worden opgelost, daar is een herorganisatie van de samenleving voor nodig.

Ik ben een voorstander van verplicht vaderschapsverlof, hoewel ik het eens ben met een heleboel kritieken hierop. De reden om allerlei zaken zoals quota of verplicht verlof  in te voeren is omdat de huidige toestand niet klopt en de onderdrukking niet eindigt door te hopen dat die eindigt of dat mensen “gewoon de geschikte kandidaat” kiezen of “gewoon zelf kiezen of ze thuis willen blijven of gaan werken”, moest het zo eenvoudig zijn dan zou de toestand er wel al wat anders uitzien.

Bovendien gaat het niet alleen over man-vrouw koppels. Het sociale isolement van veel alleenstaande ouders wordt niet opgelost door vaderschapsverlof en ook voor lesbische of homokoppels met een kind moeten er betere regelingen worden getroffen. Bovendien zit niet iedereen in een typische monogame-hetero-relatie of een nette homoseksuele afspiegeling daarvan, er zijn allerlei combinaties van partners, relaties, hechte vriendschappen, woongemeenschappen en cohousingsprojecten die het plaatje complexer maken.

Onze samenleving duwt mensen in een eng isolement, vervreemd van de anderen, en dat moet ook aangepakt worden. Met tien mensen in een woongemeenschap heb je bijvoorbeeld al heel wat meer mogelijkheden om collectief kinderopvang te voorzien. Maar ik ga niet zeggen dat dat perfect is: zonder structurele ondersteuning (op macroniveau) blijven deze initiatieven slechts een gedeeltelijke oplossing.

De vorige VOK vrouwendag van 11 november 2009 ging trouwens over zorg, en er is toen een interessante brochure hierover uitgebracht en een eisenpakket waar ik helemaal achtersta. In dat eisenpakket gaat het bijvoorbeeld over “een verplicht geboorteverlof voor de samenwonende partner van een zwangere vrouw”, wat alvast een goede genderneutrale omschrijving is. Er is ook aandacht voor lesbische meemoeders en nog veel meer:

Het VOK blijft van mening dat alleen collectieve arbeidsduurvermindering met behoud van loon (en evenredige aanwerving) een herverdeling van arbeid en zorg op structurele en solidaire wijze mogelijk maakt. Vrouwen én mannen zouden in zo’n stelsel de mogelijkhed hebben om hun privé-leven, werk, engagementen en vrije tijd op een kwaliteitsvolle manier te combineren.

Eisenpakket Vrouwendag Roeselare 2009, Vrouwen Overleg Komitee

Besluit

Een feministische stroming die erop neerkomt dat vrouwen zich moeten inschakelen in de kapitalistische productie om dan een volwaardig lid te zijn van de samenleving, is problematisch en eigenlijk helemaal niet feministisch.

Een feministische stroming die neerkomt op een naturalistische /biologische visie op vrouwen die hen reduceert tot een stuk natuur dat geschikt is gemaakt om kinderen op te voeden en te zorgen reduceert vrouwen tot slechts een deel van hun potentieel.

Er is een radicaal andere visie nodig om de hele maatschappij te herorganiseren om problemen i, verband met zorg, werk en kinderen fundamenteel op te lossen.

Meer lezen?

Een grote aanrader is het volgende nummer van de Scumgrrrls, een drietalig feministisch tijdschrift, dat een dossier over moederschap en radical parenting heeft, met veel boeiende artikels van allerlei invalshoeken.

Noten

[1] Meer teksten over dit debat zijn verzameld op RosaDoc. Het betreft allerlei krantenartikels van een werkelijk bedroevend niveau, met uitzondering van de bijdrage van Nathalie De Bleeckere (“Een dweil voor Bart De Wever“).

[2] Zie Evie Embrechts, Crisis in feminism – time to refocus, Scumgrrrls magazine, #17.

[3] Zie Berit Ås, Master suppression techniques, o.a. op wikipedia en op deze site met extra technieken.