Dit is deel 4 uit het dagboek van een genderqueer feminist. Zie ook deel 1, deel 2, “Monokini my ass” en deel 3, “meisjes en jongens leren nog steeds seksistisch te zijn”.

Een dagboekfragmentje uit de oude doos… juni 2005 namelijk! Ik was al even genderqueer feministisch, maar kende de woorden ervoor nog niet…

Macho. Laat me de krochten van mijn kop openbreken om te kijken hoe dat afstotelijke woord eruit komt. Welke informatie heb ik erover verzameld? Vroeger waren macho’s een ver-van-mijn-bed-show. The Godfather, Freddy Mercury, muziekvideo’s… tot daar en het moest niet verder gaan. Maar mijn laatste vriend was en is misschien een macho in levende lijve. Een stille macho, maar een macho, niet ver van mijn bed maar deze keer in mijn bed. Hoe een macho ooit in mijn bed kon belanden, dat is voer voor een ander stukje. Eerst even zijn rol onder de loep nemen.

Macho is op de Internet-encyclopedie “een man die zich overdreven mannelijk gedraagt, en zijn moed, fysieke mannelijkheid, liefde voor vrouwen en agressiviteit tentoonspreidt”. Ja, hij spreidt één en ander tentoon, maar tegelijkertijd verbergt hij één en ander, wat volgens mij ook een essentieel kenmerk is van een macho.

Het haantjesgedrag verbergt namelijk het tegenovergestelde. Vroeger is kippie-kip achtergesteld geweest, uitgesloten en gepikt door anderen. Het verongelijkte gevoel dat dat heeft veroorzaakt zit nog steeds in hem. Omdat nu niemand hem nog mag kwetsen, bouwt hij dat overdreven machoscherm op. Macho’s missen gevoel voor nuance, ze kunnen niet inschatten hoe hun gedrag bij anderen overkomt, want ze zijn nog te veel bezig met het verzorgen van hun nog steeds gekneusde ego.

Een macho hoeft niet voortdurend een grote bek op te zetten. Een macho is in de eerste plaats met zichzelf bezig, dus is het in principe niet zo belangrijk hoe de buitenwereld reageert. Nochtans snakt hij wel naar bepaalde reacties, zoals bevestiging, complimenten, bewondering en tederheid (hij kan kiezen die te accepteren of te negeren).

De relatie van de macho met zijn moeder is zijn ideale relatie, omdat zijn moeder er altijd voor hem is. Wat hij ook uitvreet, zij zal altijd van hem houden. Voor haar is hij een held op een voetstuk en hij moet daar niets voor doen of laten. Ziehier de ideale relatie voor de macho.

De macho is zo erg met zichzelf bezig dat niets of niemand anders plaats krijgt in zijn hart. Hij is niet sociaal, wat anderen doen ziet hij alleen in functie van de relatie met zichzelf. De ultieme egocentrist en egoïst is hij dus.

Heel veel mensen zijn een beetje macho. Een kleine groep mannen blijft zich krampachtig aan zijn piemeltje, symbool van zijn ego, vasthouden. De sloor die met zo iemand samen probeert te zijn, gaat een leven van opoffering tegemoet. Alles draait immers om de machoman. De macho beseft niet dat zijn partner ook een mens is, en ook behoefte heeft aan erkenning van wat hijzij denkt en doet. Van gelijkwaardigheid is geen spoor te bekennen.

Ik zou willen dat macho-gedrag een fase was in iemands leven, dat je eruit kon groeien, maar ik ben nog geen ex-macho’s tegengekomen. Ik hoop dat ik ze gewoon nog niet heb ontmoet. Maar de macho’s die ik wél ben tegengekomen, zijn nog steeds even macho als in het begin. Kan een gekwetst piemeltje dan nooit genezen?